Zaterdag hebben we de zoveelste vrijgezellenparty in onze vriendenkring gehad. Eén voor één lijken bevriende koppels aldus toe te treden tot de Orde van de Burgerlijkheid. Toch was er iets atypisch aan de feestelijkheden deze keer: Beide partners waren aanwezig (doorgaans wordt er apart huisgehouden) Het tweetal was al getrouwd
Deze omgekeerde wereld was het gevolg van agendaproblematiek die ons voor het dilemma stelde: geen vrijgezellenavond of een “after-vrijgezellenavond”. Altijd in voor klein of groot feestgedruis, kozen alle betrokkenen voor het laatste. De bodem voor de avond werd gelegd in een etablissement toebehorend aan de ouders van de bruidegom. Ik weet niet zeker of het daaraan lag, maar de hoeveelheden frieten en spaghetti die over tafel schoven, deden vermoeden dat de kok bij Jezus in de leer was geweest. Terend op dit stevige fundament, zetten we het meer drankgerichte deel van de avond in op de plaatselijke bowlingbaan. Drie blinkende glijbanen glommen ons tegemoet. Om al deze praal niet te bruuskeren, drong de organisatie met zachte dwang aan op aangepast schoeisel. Dienaangaande was er een volledige muur duiventilgewijs ingericht. We plukten om de beurt onze eigen maat modieus blauw-rode schoenen uit de hokjes, en betraden de arena. Op de baan naast ons sleurden reeds een aantal kinderen met veel te zware ballen. Wegens de aantrekkingskracht tussen de ongeleide projectielen en de goten, waren er bumpers voorzien. Deze metalen strips kwamen te gepasten tijde automatisch opzetten en gingen weer liggen, zodat de meer ervaren speler toch onverminderd zijn kunde tentoon kon spreiden. De bumpers ten spijt, slaagde één van de kinderen er wonderwel in de bal tussen de bumper en de zijkant van de baan te stuiteren, wat toch wel een opmerkelijke prestatie genoemd mag worden. Daarmee wil ik overigens niet afdingen op de verdiensten van onze eigen bowlers. Minstens een clown en een professionele balletdanseres zijn verloren gegaan aan het gezelschap. Qua opwarmer kon het alleszins tellen, want de avond was nog jong. Dit in tegenstelling tot het publiek in de volgende statie. We hielden halt in een grote gelegenheid die een marktsegment aanboorde dat cynici misschien zouden omschrijven als ‘terminaal’. Omdat ik respect hebt voor alle lagen van de bevolking zal ik dat niet doen. Toch valt het niet te ontkennen dat we als groep enigszins uit de toon vielen. Getuige daarvan het aantal hoofden dat onze richting uit draaide tijdens de entree. Als er iemand ons niet heeft zien binnenkomen, zal het zijn omdat zijn of haar gebit net in de koffie viel. De doelgroep was trouwens zo massaal aanwezig dat een plaats veroveren niet evident was. Gelukkig wisselde een grootmoedige dame van formaat van stoel en creëerde zodoende twee extra zitplaatsen voor ons. Ondertussen ebden slechts langzaam de priemende blikken van de thuisspelers weg, maar na 1 consumptie onder begeleiding van Frans Bauer en verwante Heimatmuzik gaven we ons alsnog gewonnen. Tijd voor nieuwe oorden. Het eindstation bleek een thematisch danscafé te betreffen, waarbij ‘schip’ het sleutelwoord was. Houten stuurwielen versierden de muren, een versnellingsbak voor schepen (de echte term is mij onbekend) pronkte voor het raam en op gezette tijden klingelde men achter de toog de … euh … scheepsbel. Tevergeefs wachtten wij na dit geluid het gratis rondje af, maar de toogdames wisten ons te vertellen dat alleen in Nederland een belsignaal een tournée generale inluidt. Hun geklingel was puur vermaak. Jammer. Ik vermoed dat de dames ingehuurd waren op basis van een profielschets: “Café zkt blnd dm”. Met contrasterende jeugdige klederdracht en dito blonde lokken dienden ze als aas voor de vele vrijgezellen die hier ongetwijfeld rondscharrelden. Al te enthousiast clienteel kon eventueel gemakkelijk de kop ingedrukt worden door de nadrukkelijk aanwezige security. De twee man leken een beetje overkill, maar dat kan volledig liggen aan hun formaat en de totaal beschikbare ruimte. Enfin, we lieten de drank rijkelijk vloeien, al betrof het door het aantal bobs, zwangere vrouwen en moeders vooral cola of koffie. Het deel van het gezelschap dat alcohol nuttigde, vulde naarmate de avond vorderde de dansvloer of viel in slaap. Het pinocciogevoel van de volgende ochtend, nam ik er graag bij, want het houten hoofd was voor een goed doel geweest. En daar ben ik nu eenmaal altijd voor te vinden.