Tinkelbel en de baardaap

Het combineren van een blog en het leiden van een oninteressant leven is niet altijd even gemakkelijk. Als de inspiratiebron droog staat, zie je je wel eens genoodzaakt om een graai te doen uit de opportunistische trukendoos. Wat bijvoorbeeld altijd werkt, is televisie kijken, want dat is (1) ontspannend, (2) vaak debiel genoeg om te inspireren voor een rant en (3) meestal nog extreem ook (“extreem” verkoopt). Oh ja, en het belangrijkste vergeet ik nog: elk hersenloos schepsel met 2 werkende ogen kan het. Waarmee ik uiteraard niets probeer te impliceren. Eergisteren, vlak voor het slapen gaan, was het in ieder geval raak. Terwijl het flitsende beeld mijn gelaat verlichtte, liet ik nog 1 maal alle kanalen de revue passeren. Nu is “zappen” een activiteit die ik in een jeugdig en ideologisch verleden als verwerpelijk beschouwde, maar in subcomateuze toestand speel je niet veel anders meer klaar. Plots huppelde voor mijn ogen een volwassen man in een roze balletpakje rond, inclusief tutu, stoffen vleugels en een toverstaf. Een buitenmaatse Tinkelbel, zeg maar. Ik bleek beland te zijn in een aflevering van het legendarische en bijwijlen ronduit hilarische JackAss. Na het tafereel even gadegeslagen te hebben, vernam ik dat het verschijnsel zichzelf “The Meter Fairy” noemde en dat het zich belangeloos bezighield met bijvullen van verlopen parkeermeters. Het enthousiaste gespring van de lachwekkend geklede Ehren McGhehey was echter niet wat mij met verstomming sloeg. Verscheidene parkeerwachters konden de grap namelijk niet naar waarde schatten en wezen de fee op het illegale karakter van zijn/haar activiteit. Met andere woorden: het was zogezegd verboden om voor andere mensen de parkeermeter bij te vullen! Ik sloot mijn mond, die net 5 minuten open had gehangen van verbazing, en liet de Desmond Morris in mij aan het woord. Evolutionair gezien was de reactie van de wetsdienaren volkomen logisch. De “Meter Fairy” raakte immers aan hun bestaansrecht: het verlopen van een parkeermeter. Of hoe er achter schijnbaar kinderlijk vermaak een wereld van psychologie schuilgaat. Er zijn echter ook infantiele programma’s waar, na het afpellen van het flinterdunne laagje vermaak, een gapende leegte achterblijft. Dergelijk gevoel plegen afleveringen van SOS Piet bij mij op te roepen. Als kok dezer dagen is het al moeilijk genoeg om niet op tv te komen, maar zoals het een echte meesterkok betaamt, zul je de heer Huysentruyt ook niet betrappen op enige vorm van bescheidenheid of tact. Hij weet waarvoor hij in de business is gestapt. Het concept is eenvoudig: iemand laat een taart aanbranden, belt Piet, laat onder zijn goedkeurend oog nog een taart aanbranden, en laat tenslotte, dankzij Piets hulp, de taart niet nog eens aanbranden. Om het simplistisch karakter te benadrukken, acht de beroepsmatig voedingsdeskundige het nodig de gastpersoon op tijd en stond als een West-Vlaamse kleuter te benaderen. Dat gaat dan ongeveer als volgt: “Da ziede van hier dat uw taart nooit haat hlukken”, niet in acht nemende dat de amateur een hobbyist zonder kookopleiding is. Evengoed zou hij de arme mens kunnen uitlachen omdat hij de standaarddeviatie van een Gausscurve niet kan berekenen. Iedereen weet toch dat ? Om het zout in de flauwe wonde te wrijven, overloopt hij aan het eind klassikaal alles “wat we vandaah heleerd gebben”. Zelfingenomenheid is een afwijking als een ander. Een dergelijk persoon, amper het correct Nederlands machtig, geeft nota bene ook nog signeersessies op de boekenbeurs. Je weet wel, dat evenement waarvan het bestaansrecht direct samenhangt met elegant en zorgvuldig taalgebruik. Zwaarmoedig word je ervan. In het gastenboek op mijn site suggereert een lieve tante (niet smalend bedoeld: het is echt een tante) om een uitgever mijn eigen schrijfsels aan te smeren. Ik ben geneigd me daar weinig illusies over te maken. Er zijn zat betere schrijvers en bloggers die ondanks een actieve queeste hun ei niet geperst krijgen. Aan de andere kant, als zo een baardaap met fornuisfeeling door een uitgever het papier waardig bevonden wordt, dan kunnen ze evengoed het halve internet op papier zetten. Begin de bomen maar al te vellen.