Ouzo?

Ik word wakker met een licht zeurende hoofdpijn. Het was zeer gezellig gisteren. Maar hoe ben ik eigenlijk thuisgeraakt? Het begon allemaal met de nieuwjaarsreceptie van onze straat. Die receptie moet de financiële restjes van de jaarlijkse zomerbarbecue opsouperen. Ik herinner me nog glashelder mijn intrede en het verplichte goedewensenrondje. De meeste vaste waarden zijn op post: de drummer, de Galliaar, de ‘Mestreechse’ ambtenaar, de coffeeshopeigenaar … De eerste 33cl Jupiler wordt in mijn handen geduwd. Een beetje onwennig schuifel ik ergens bij. Hoewel ik de meeste aanwezigen ondertussen al meermaals gezien heb, is een gesprek initiëren zonder invloed nog moeilijk. Niet veel later zet ik dan ook het tweede flesje gerstenat aan mijn lippen. Omdat de opener aan de andere kant van de feesttent ligt, sla ik de kroonkurk eraf met behulp van een bierbak. Dit principe werkt enkele flesjes lang, maar daarna moet ik hulp van derden inroepen. Tot overmaat van ramp komt “de oude Griek” triomfantelijk binnenzetten met een fles ijsgekoelde ouzo. De restauranthouder weet precies wat een feestje nodig heeft en deelt kwistig plastieken borrelbekertjes uit. Ik ben niet de man om zo’n aanbod af te slaan, maar besef dat dit de doodsteek is voor mijn laatste stukje nuchtere zelf. Vanaf nu slaan mijn hersenen geen vertier meer op, zodat ik ‘s anderendaags het raden heb naar het einde van de avond. Terwijl ik ‘s ochtends langzaam mijn ogen probeer open te trekken, schieten er toch wat vage herinneringen heen en weer. Er was iets met overgeven. Oh ja, ik heb boven de pot gehangen. Veel meer informatie kan ik echter niet losweken. Sandy, die rond 00u00 terug was van de nieuwjaarsborrel van haar werk, helpt me: “Toen ik thuiskwam, lag je broek op bed, en jij erlangs met je T-shirt aan”. Hmm, ik? Om 00u00 al thuis van een feest? Dat moet een vergissing zijn. Na verscheidene pogingen om mij op de zetel in de logeerkamer te dwingen, heeft ze zich schijnbaar toch maar te slapen gelegd langs mijn gesnurk. Ik merk dat de lieve schat ook een emmer langs mijn zijde van het bed heeft geplaatst. Voorzichtig buig ik me over de rand om de inhoud te monsteren. Mijn vrees wordt gelukkig geen bewaarheid: leeg. De rest van de dag ben ik opvallend stil. “Erg moe”, maak ik mezelf en Sandy wijs. Maar stiekem weet ik natuurlijk dat de alcohol mijn vochtreserves heeft uitgeput. De fles water die ik achteroversla zal de lichte hoofdpijn niet meteen temperen. Nota aan mezelf: bier met sterke drank is fataal. Laat je dit geen 3e (jawel!) keer gebeuren.