Met haar 2 donkere kijkers staart Sterre me wat wiebelig aan. Wiebelig, maar veelbelovend, wat zoveel wil zeggen als: “Ik ben tevreden en de kans dat ik zomaar ga huilen is 1 op 10”. Ik wieg haar ondertussen nog wat heen en weer op mijn arm en geniet van de aanstekelijke glimlach. Gelukkig beseft het kind nog niet welk een medogenloos wapen ze daarmee in huis heeft. Over enkele maanden heeft ze hier maar 1 salvo van nodig om pakweg een handvol snoepjes af te dwingen. Ik laat haar buikje rusten tegen mijn schouder en schrijd zo geruisloos mogelijk de trap op, richting slaapkamer. Alle noodzakelijke randvoorwaarden zijn vervuld: de laatste voeding is achter de rug, de luier is net ververst, de fopspeen bevindt zich op het nachttafeltje en het dekentje ligt open op het matras. Het enige dat ontbreekt, is een baby. Aan de rand van het bed leun ik langzaam voorover terwijl ik Sterre zachtjes naar beneden laat zakken, nog steeds ondersteund door mijn beide handen. De opklaring op Sterre’s gezicht houdt aan. Goed zo. Nu komt het cruciale moment. De kleine meid ligt nu op mijn handen die tussen haar en het matras gedrukt worden. Omzichtig bevrijd ik mijn vingers uit de klem, trek het dekentje goed en plaats nog een kusje op het voorhoofd. Dan sluip ik geruisloos de kamer uit. Op het moment dat ik met een diepe zucht de geslaagde missie wil vieren, klinkt een kreun. Niet de kreun die je als vader herkent als een vrijblijvende en opgewekte kreet. Neen, het is de aankondiging van een volhardende klaagzang waar geen gezond mens bij in slaap valt (Let wel: ik heb mijzelf nooit gezond verklaard). Niet veel seconden later start het concert dat de nachtvluchten in Zaventem tot zachte achtergrondruis reduceert. Met wijdopen mond en gebalde vuisten geeft de prinses des huizes aan dat er iets niet orde is. Haar vocabulaire is echter niet van die orde dat ze kan aangeven wat precies. Naarstig zoeken we de oplossing voor een onbekend probleem, is het niet voor Sterre, dan toch ten behoeve onze eigen nachtrust. Om een lang verhaal kort te houden: ruim een week verzorgt Sterre aldus de avondanimatie. Het enige wat we nog niet geprobeerd hebben is haar ondersteboven aan het plafond te hangen, maar ook alleen uit angst voor de kinderbescherming. Na deze tweeëneenhalve maand papa-zijn, ligt er schijnbaar nog genoeg terrein braak om te verkennen. Statistisch gezien heeft Sterre zelfs nog zo’n kleine 50 jaar met ons te gaan. Wacht maar, want tegen dan zal ik eens beginnen met luiers volpoepen en wenen zonder reden. Dat zal haar leren.