Schitterend

Mijn zus aan de telefoon. Dat ze nu door de vrieskou naar de fuif aan het wandelen is en of ik ook nog kom. Het is 23u00. In “mijn tijd” was ik omstreeks dan alweer bijna naar huis aan het gaan. Meestal zwaar gedesillusioneerd over de vangst van de avond of het gebrek daaraan.

Ondanks het slaaptekort van de nieuwjaarsnacht stem ik toe. De eerste fuif van het jaar was namelijk jarenlang traditioneel de plek waar vrienden van weleer elkaar een gelukkig nieuwjaar wensten, inclusief een: “tot volgend jaar!”. Bij elke twee passen liep ik toen wel een stuk of drie bekenden tegen het lijf.

Een beetje onzeker stap ik nu een half gevulde hal binnen. Het eerste wat opvalt is de gemiddelde leeftijd van het publiek. Ik kan veilig stellen dat een aanzienlijke fractie van de aanwezigen twee keer in mijn leeftijd past. Het is een promenade van gewillige tienermeisjes met net iets te diepe décolletés, geflankeerd door testosteronbommen met T-shirts van De Puta Madre en dies meer. De eerste maal dat ik iemand dergelijk T-shirt zag dragen, was ik gecharmeerd van de verwijzing naar de grondleggers van de Belgische hiphop. Naarmate ik de groepsnaam steeds vaker las op borsten en ruggen van jong volk, begon mijn misser te dagen. Alweer een illusie armer, verdomde merkkledij.

Behalve dus dat ik mij tweemaal zo oud voel als de aanwezigen, blijkt er ook zo ongeveer geen enkele bekende rond te lopen. Of nee, wacht. Vanuit de achterste regionen van de zaal zie ik vooraan een oudklasgenoot swingen. Verheugd wurm ik me tussen wat springende borsten en jumpende benen door. Als ik op enkele meters van de jongen ben, stel ik plots onthutst vast dat het mijn medestudent helemaal niet is. Gegeneerd doe ik alsof ik iemand anders aan het zoeken ben, en loop straal langs de look-a-like door. Altijd lullig, zo’n moment.

Dan doet de DJ van dienst met rollende radiostem een aankondiging. Ik kijk naar de “booth”, en zie de platenboer staan die, mijns inziens redelijk succesvol, mijn huwelijkspartij heeft opgeluisterd. “Dames en heren, binnen enkele ogenblikken zal Regi hier het roer overnemen!” Om toch maar wat publiek naar dit feestje te lokken, heeft men namelijk de momenteel nogal populaire stampmuziekmaker uitgenodigd. De blonde halfgod neemt plaats achter de decks en begint verwoed aan wat knoppen te prutsen. Ik vermoed vooral “Play” en “Volume”. Het dansvee blijft echter een beetje mak staan herkauwen.

Om alsnog op lichtelijk bombastische wijze de sfeer erin te blazen, spuwt een soortement glitterkanon duizenden fonkelende foliesnippers tussen de knipperende spotlichten en scanners. Het zou tamelijk euforisch aandoen, ware het niet dat het lijkt alsof er lijm op de dansvloer plakt. Oftwel: niemand beweegt. Zo’n ervaren Regi is natuurlijk niet voor één gat te vangen, en hij gaat onverstoord voor. Af en toe roept hij wat door de microfoon waarna hij de praatstaaf in een wanhopige poging naar het publiek richt. En warempel, hier en daar wordt er meegekeeld. Niet echt hoorbaar, maar toch wel minstens duidelijk zichtbaar.

Ondertussen blijf ik vanuit een hoekje de boel gadeslaan, mijzelf afvragend waarom ik in godsnaam toch die 9 EUR heb neergelapt. Ik ben op weg mij op indrukwekkende wijze stierlijk te vervelen, wanneer eensklaps een vriend voor mijn neus springt. Er heeft een DJ-wissel plaatsgevonden en de ravissante Zohra draait nu haar gat achter de platen. Ik zal later vernemen dat Regi het roer overgaf onder de woorden: “‘t Is gene vette”. Mijn vriend nodigt me uit mee vooraan in de zaal te dansen. Nu moet u weten, de bewegingen die ik doorgaans - ik moet zeggen: op zeer ritmische wijze - weet te produceren, hebben met dansen niet zo veel van doen, maar om de avond toch nog iets van glans te geven, probeer ik me daar niet voor te schamen. Ik bedoel: gezichtsverlies kan ik hier niet lijden, want ik val buiten categorie.

De dansvloer loopt steeds leger terwijl we ons met tweeën steeds meer in de muziek proberen te verliezen. Ik vind mezelf echter steevast weer terug. Waarschijnlijk een symptoom dat met een pilletje eenvoudig te verhelpen valt. Niet vanwege het gebrek aan danscaramellen, maar ook gewoon omdat ik daar geen echte voorstander van ben, werk ik toch maar niets anders naar binnen dan cola en water. Ik ben mijn eigen BOB, dus ook het goddelijke gerstenat mag er vandaag niet in. Qua marteling heb ik wel ongeveer het maximum bereikt, op een zeurende Celine Dion door de speakers na.

Gelukkig is er nog altijd Zohra, die ontwapenend glimlacht naar iedereen die toch een beweging waagt. Dat is vast een beroepsafwijking, maar meer kun je niet doen bij zo’n onwillig publiek. Hmja, ok, ze zou ook gewoon haar T-shirt uit kunnen gooien. Er staan daar echter dingen in de weg waarvan trots er hoogstwaarschijnlijk één is, en openbare zedenschennis een tweede.

Tegen 2u30 ben ik een centimeter gegroeid. Wees gerustgesteld, zieke zielen, het is de folie die zich langzaam opgestapeld heeft onder mijn zolen, en van plan is daar nog even te blijven plakken. Ik besluit echter dat het wel mooi is geweest. Morgenvroeg verwacht ik een om melk schreeuwende dochter, en daar zit géén volumeknop aan. Ik schraap bedachtzaam mijn schitterende schoenen schoon en verdwijn terug in de bevroren nacht.