De vriendelijke, oudere man staat achter mijn auto. Voor het open koffer houdt hij de pot vast waar de kerstboom zijn voet in geplant heeft. Aan de andere kant van de wagen hang ikzelf door de zijdeur naar binnen om de stekelige plant tussen de hoofdsteunen door te manouvreren. Ik blijk gelukkig zonder open ramen naar huis te kunnen rijden. Sowieso geen sinecure, want wegenwerken hebben de toegang naar deze particuliere dennenverkoop zo goed als afgesloten. De licht berimpelde verkoper beaamt het negatieve effect hiervan op de omzet. Het is dát, óf de inflatie die de veredelde naaldencollectie 17 euro doen kosten. Als ik thuis in mijn eentje het gevaarte uit de auto sleur, beginnen al snel mijn armen en gezicht te jeuken. Ik vraag me af wat het onding zo speciaal maakt om al dat ongemak en die kosten waard te zijn. Immers, over 2 weken ligt de halve boom reeds naaldgewijs op de grond. Eigenlijk is er helemaal niets leuk aan, maar elk jaar, ja, ook volgende jaar, haal ik zo’n pinus. De rode vlekken wegkrabbend, beland ik bij de volgende fase: het rechtzetten. Een pasgezette kerstboom slaagt er namelijk steevast in een bepaalde hoek te vormen met de vloer in het interval 0 tot 180 graden, uiteraard exclusief 90 graden. Met andere woorden: met mijn hoofd vlak boven de grond duw en wroet ik de stam tot vlakbij de gewenste positie. Telkens ik los, zakt alles weer naar de oude positie. Uit ervaring weet ik gelukkig wanneer ik moet ophouden met proberen. Soit, de volgende fase luid ik in met een klassieke beginnersfout. Overtuigd van mijn decoratieve kunsten, drapeer ik met chirurgische precisie een lichtslinger rond de naaldboom. Sandy bekijkt het resultaat meewarig en komt van ellende enkele correcties maken, lees: de volledige slingere opnieuw hangen. Maar ik had het over een beginnersfout, want als ik even later de stekker in het stopcontact steek, blijk ik natuurlijk een niet-functionerende lichtketting uit de doos gegraaid te hebben. Een mens leert gelukkig snel, dus alvorens de volgende lichtsnoer te bevestigen, probeer ik hem ‘droog’ uit. Nieuwsgierig test ik ook of 1 ontbrekend lampje de volledige keten kan lamleggen. Ontsteld constateer ik van wel. Het is een mooie parallel met die bijbelse metafoor van de zwakste schakel. Alhoewel, bij nader inzien zou de mensheid in die parallel 1 grote ontwerpfout zijn. Ik verdring snel deze gedachte door vrede op aarde te wensen. De slotfase breekt aan en er moet een versierkleur gekozen worden. Ik koester persoonlijk warme herinneringen aan een bonte kerstboom, maar Sandy voelt niets voor een kakavisie aan kleuren. Onze den staat aldus in gedisciplineerd rood ornaat ons trots aan te glimmen. Het geheel straalt niettemin een gezelligheid uit die in weekendfilms vaakt gepaard gaat met stereotype gitaarmuziek. Als kers op, of beter ónder de taart, schuift Sandy alle ingepakte cadeau’s bij het plaatje. De eerste zachte tikjes worden reeds hoorbaar. Het zijn de naalden waarmee de boom ons in de komende weken duidelijk zal maken met welke ellende we volgend jaar weer geconfronteerd zullen worden. De zal de stofzuiger maar al uit de kast halen…