Doseer met mate

Met een baby in de pijplijn, moeten we als aanstaande ouders de nodige huishoudelijke voorzieningen treffen. Kwestie van de nieuwe mens te kunnen laten eten, drinken, slapen en luierbevuilen naar eigen goeddunken. In dat licht togen we vanavond naar Maastricht. Dat was echter gerekend buiten de duizend andere Belgen die óók vrij hadden en óók op de hoogte waren van de koopavond. Op zich is aanschuiven voor een verkeerslicht niet zo een ramp - ik heb redelijk veel geduld - maar de frustratie van een ‘doseerlicht’ maakt onbekende demonen in mij wakker die ik eigenlijk liever laat slapen. Een korte toelichting voor de mensen die het niet kennen: een doseerlicht is een verkeerslicht dat het autoverkeer meet en doseert. Dat wil zeggen: terwijl het licht voor elke andere kant tot twee maal toe pijnlijk lang op groen springt, krijgen de auto’s aan je eigen kant om de vijf minuten enkele seconden oversteektijd. Als u nu al jeuk krijgt, is dat geheel terecht. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat het concept lijkt te werken, want de verkeersknopen in het centrum zijn zelden nog onontwarbaar. Maar terwijl het mobiliteitsprobleem wordt opgelost, ziet menig autobestuurder met gesprongen aders in de ogen meer rood dan hem lief is. Ik ben eens benieuwd naar die verkeersagressiestatistieken. Lichtjes geagiteerd parkeer ik dus de wagen op mijn geheime gratis parkeerplaats die de andere duizend Belgen duidelijk niet kennen. Dan wandelen we in de natte kou richting centrum. Het valt me op dat ondanks het ontmoedigende weer voor sommige bevolkingsgroepen de winkelstraat een langgerekte promenade van seksuele beschikbaarheid is. Felgeverfde lippen en fuckme-botjes voor de ovulerende meisjes; half-open leren jassen en een aambeiengang voor de jongens. Ik vraag me wel eens af hoe serieus je jezelf moet nemen, voordat je hoofd als een pendulum van links naar rechts slingert en je schouders bijna uit de kom slaat. Zelf verkies ik een wandeling met een meer statische romp. Misschien heeft de evolutie wel ergens een splitsing gemaakt. De hele stad baadt in een kunstmatige gezelligheid, maar hier en daar vertonen de geforceerde glimlachen van de verkoopsters al barsten. Die zijn de feestmaand natuurlijk allang zo beu als koude pap. Ik eigenlijk ook wel een beetje, maar ik troost me met de gedachte dat ik eigenhandig de koopkracht van dit land heb opgevijzeld. Als we klaar zijn met niets te vinden, maken we rechstomkeer richting auto. Onderweg word een ik beetje kregelig van het slenterend gepeupel dat we maar niet ingehaald krijgen. Elke man die naam waardig kent het fenomeen wel: voor je draalt een gezin, liefst iedereen in de breedte naast elkaar. Ze gaan op halve snelheid, behalve wanneer je aanstalten maakt om hen in te halen. Als je anticipeert om hen langs rechts voorbij te steken, ziet dochterlief net iets mooi in een etalage. Terwijl je bijstuurt en een inhaalbeweging langs links plant, trekt moeder dochter weer terug, om met de hele roedel de vluchtroute te blokkeren. En zo kan het volledige straatlengtes duren voordat je maneuvers slagen. Zou een Schumacher hier nu beter in zijn? Moe gemanouvreerd stappen we de auto in. Omdat Maastricht zijn toeristen liever ziet gaan dan komen, rijden we zonder doseerlichtoverlast de grens over. Lang leve België!