Babyboem

Een supermarkt ergens in Nederland. Een kind van 3 jaar stapt op een baby van ongeveer een jaar af en haalt uit met gebalde vuisten: rechts, links, rechts. Zonder woorden trekt zijn moeder het jongetje terug weg. Geen vermaning. Geen excuses jegens de verbouwereerde moeder van de baby die nog net kan uitbrengen dat de andere vrouw haar kind moet opvoeden. De baby zelf houdt een paar schrammen aan het incident over. Het jongetje en zijn moeder zijn allochtoon… je hoopt toevallig, je vreest iets anders. Maar waar gaat dit nu mis? Waarom kan een kind van 3 ongestraft zijn agressie uiten op een toevallige voorbijganger? Is dit nu de kiem van de Joe van Holsbeecks en de Guido Demoors? En als dat zo is, moet die dan niet op tijd gesmoord worden? Sandy ziet het ook vaak op haar werkplek, de kinderopvang: ouders die niet de capaciteit in huis hebben om een kind ‘correct’ op te voeden. Waarbij ‘correct’ staat voor: aangepast aan de gangbare maatstaven van de maatschappij. Vooral dat laatste kan extra problematisch zijn met een andere culturele achtergrond. Het meest frustrerende is dat je af en toe gewoon al weet dat het ooit mis zal lopen. Mijn moeder kan de probleemgevallen zelfs nog eerder eruit halen: ze werkt op neonatologie. Als weer eens een zwakbegaafde junk zijn prematuur uit de couveuse komt halen, verzucht ze wel eens dat je voor alles in het leven diploma’s nodig hebt, behalve voor het maken van kinderen. Het zou anders geen slecht idee zijn, zo’n ouderschapsexamen.

  • Dag meneer, ik zou graag ouder worden. Niet qua leeftijd, maar qua kindbezitter uiteraard.
  • Prima. Neemt u even plaats om de vragenlijst af te werken.

Vraag: uw kind mept zonder duidelijke aanleiding vreemde kinderen in het gezicht. Wat doet u? 1) U doet alsof uw neus bloedt. Een beetje bloedneus kan immers geen kwaad. 2) U geeft het vreemde kind ook een klap. Uw eigen kind slaat namelijk nooit zomaar iemand. 3) Niets. Agressie opkroppen is gevaarlijk.

Als beide partners slagen voor de test, wordt de tijdelijke sterilisatie ongedaan gemaakt en mag men gecertificeerd een kind maken. Nu, kinderen die toch zinloos geweld uitoefenen op andere kinderen, zijn niet per se een vogel voor de kat. Een kennis waarvan ik pleeg te denken dat hij goed terecht is gekomen, was een bijzonder brave kleuter tot hij op zijn eerste schooldag zonder aanleiding op de anderen begon te kloppen. Zoals ik zei: hij is nu een, voor zover ik kan inschatten, goedaardige jongen. Misschien zou zijn moeder wel geslaagd zijn voor dat examen. Je weet echter nooit of hij toch niet ooit wild in het rond schietend een plein oploopt. Maar dat weet je van niemand. “Het was zo’n rustige, brave jongen”, hoor je dan. Nee, ouderschap is geen loze job. Ik ben er, al dan niet ten onrechte, van overtuigd dat mijn ouders het goed gedaan hebben, en ik trakteer mezelf op applaus als ik minstens hetzelfde presteer. Laat ik echter niet zo pessimistisch op de feiten vooruitlopen; er moet over een kleine 100 dagen nog eerst gebaard worden, en alleen dat al zou heel iets anders zijn dan wat je dankzij tv ervan verwacht (plots zie ik dat ietwat komische beeld van die “ma mère” schreeuwende negerin in arbeid voor me). Dus laat ik me over wat daarna volgt al maar helemaal geen illusies maken. In de tussentijd hoop ik dat die baby van mijn collega geen trauma aan zijn confrontatie met de wrede wereld overhoudt.