Euroshoppersherry

Ik strek mijn armen en van de weeromstuit rolt mijn bureaustoel achteruit. Normaal zou ik mij nu bij wijze van middagpauze wagen aan een virtueel potje voetbal op de Xbox, maar vandaag niet. Ik heb nog enkele logistiek obligaties op stapel staan met het oog op een nakende bevalling. Aldus stap ik even later de Albert Heijn binnen. Ik wurm door het ijzeren poortje voorbij een oude vrouw die niet lijkt te kunnen beslissen of ze voor het blauwe, het blauwe of het blauwe boodschappenmandje zal kiezen. Ach, later als ik oud en versleten ben, zal wellicht de wereld ook voor mij op halve snelheid draaien. Aan de andere kant van de winkel staat het strooibeleg mij al op te wachten. Ik schiet ernaar toe en gris een doosje roze muisjes van het rek en grijp er een doosje blauwe achteraan. Naar Nederlandse traditie zullen we bij de introductie van de nieuwe Kalders één van de twee kleuren op beschuit serveren: blauw bij een jongetje en roze bij een meisje. Maar aangezien het geslacht nog onbekend is, gok ik vooralsnog op twee paarden. Met de twee kartonnen doosjes in één hand snel ik vervolgens naar de kassa. Een paar meter voor ik daar aankom, schuifelt er een nog maar half mobiele man in mijn baan. Zijn stekende vuilgrijze haren doen me denken aan Catweazle. Ze wijzen in plukken weg van zijn hoofd, als de stralen rond de zon, al vermoed ik dat de man al enige tijd de zon niet meer bewust heeft meegemaakt. Als ik zijn jeansbroek monster, bemerk ik een paar gaten die ik eerder aan slijtage dan aan mode wijt. Redelijk zeker word ik daarvan, wanneer ik de vochtige plek ontwaar die zijn achterwerk donker kleurt. Ik besluit de geur te trotseren en de man in te halen. Hierbij kijk ik onwillekeurig achterom. De vochtige plek is ook aanwezig rond zijn kruis. De man sloft nog steeds richting kassa, zijn hoofd in een universum dat draait rond de fles Sherry die hij krampachtig in zijn rechterhand klemt. Van budgetmerk Euroshopper is de fles. Het zou me niet verbazen mocht die keuze tot stand zijn gekomen na zorgvuldig marktonderzoek. Via wareninspectie concludeerde de eenzame onderzoeker: “Dit merk bezorgt u de snelste en prettigste roes tegen een meer dan aanvaardbare literprijs” Als ik zulke individuen zie, vraag ik mij altijd af waar het is misgegaan. Misschien heeft deze man wel één of ander onontgonnen talent dat altijd onopgemerkt is gebleven. Vincent van Gogh verdiende ook geen geld met zijn eigen schilderijen en ging ook ten onder aan de drank. Of misschien had het drankorgel vroeger een florissant bedrijf dat nu failliet is. Ik besluit de pijnlijke confrontatie te mijden en het maar niet te vragen. Wie weet is de man gewoon een onverbeterlijke loser. Terwijl ik afreken met plastic geld, zie ik de dronkaard vijftig euro opduikelen. Zou hij dan toch een parallel leven hebben waar hij zijn hobby mee bekostigt? Of depriveert hij op onbewaakte nuchtere momenten nietsvermoedende toeristen van hun beurs? Ik sta in ieder geval versteld van zijn discipline om slechts één fles te kopen. Evenwel doet hij dit enkel uit praktische overweging, namelijk dat hij nog slechts in staat is één fles vast te houden. Het sujet sjokt voorbij de lopende boodschappenband en de kassajuffrouw kijkt niet eens vreemd op. Waarschijnlijk omdat het een déjà vu is. Ik weet in ieder geval welk beeld mij voor ogen zal staan als mijn kind ooit thuiskomt met een fles Euroshoppersherry. Die zal hij onverhoeds terug mogen brengen. Dure vodka, elitaire wijn, het maakt mij niks uit. Maar geen Euroshoppersherry!