Kijkcijferkanonnen

Het is officieel. Wij zijn een gemiddelde Vlaming. Dagelijks lepelen wij in dit huisgezin de nodige rotzooi aan tv-beelden naar binnen, en sinds kort neemt men daar officieel akte van. Laat mij even in detail treden. Vanaf het moment dat de televisie aanspringt, begint ‘een zwart kaske’ zenuwachtig te flikkeren: “Wie kijkt? Wie kijkt? Wie kijkt?”. Het is dan zaak tussen de 314 andere afstandsbedieningen (radio, DVD, video, Wii en dies meer) het desbetreffende controleapparaat te lokaliseren en netjes aan te melden. “Dag Igor”, knipperen de groene leds dan. “Dag kijkcijferapparaat”, antwoord ik nooit terug. Dat zou namelijk nogal raar staan. Niet dat iemand het hoort, maar je weet nooit wat voor microfoons ze in die apparatuur verstoppen.

Op één of andere ingenieuze wijze sluist men vervolgens naar een centrale server door welke troep wij visueel tot ons nemen. Ik acht overigens weinig waarschijnlijk dat kijkcijfers u interesseren, maar mocht u zich tijdens het zappen ooit afvragen wie toch in godsnaam naar die virtuele stront kijkt: dat zijn wij. Sterker nog, als men ergens, aangehitst door wat tabellen en grafiekjes, besluit dat er meer belspel, of, o gruwel, AstroContact op tv moet, dan valt dat onder mijn persoonlijke verantwoordelijkheid.

Want, ja, beste lezer, ik beken. Behalve aan infantiele belspelletjes, ben ik ook verslingerd aan de legitieme waarzegzwendel, genaamd AstroContact. Met genoeg kijkminuten op de teller registreer je in beide non-programma’s altijd wel een juweeltje waarbij een aflevering van In de Gloria in het niet valt. Ik illustreer wederom.

De belmiep staat alweer een half uur te roepen dat het de echt de allerlaatste kans is om 2000 EUR te winnen en dat je echt moet bellen want “wie kijkt er nu op dit uur?” Dat klinkt inderdaad erg plausibel, maar waarom zit ik dan nu voor de buis? Ik wuif mijn eigen bezwaren weg, maar besluit vooralsnog niet de hoorn te vatten, vooral omdat ik helder genoeg van geest ben om mijn winstkansen te geringschatten. Heel veel andere mensen zijn dat volgens mij niet, waaronder bijvoorbeeld Fatima die aan de lijn hangt. Mijn vooroordeel wordt echter schielijk van tafel geveegd als Fatima in gebroken Nederlands het debiele raadsel oplost. De belmiep valideert uiteraard de oplossingen naar eigen willekeur. De vragen zijn namelijk altijd in de trant van “noem een automerk van vier letters”, waardoor de zogezegd juiste antwoorden schier onverifeerbaar zijn.

Dat neemt allemaal niet weg dat Fatima er dus in bestaat haar geluk succesvol te beproeven. Weldra heeft zij 2000 Euro te spenderen, mogelijks aan een leuke reis of een folietje, zoals men onderwijl tientallen keren per minuut suggereert. Op de vraag hoe zij die uitgave plant, volgt een weloverwogen “boodschappen”. Fatima heeft hier al lang en breed over nagedacht, maar de presentatrice had hem niet zien aankomen. Ze lacht niet en het is eigenlijk ook helemaal niet grappig. Fatima is gewoon een verstandige meid die bewust omgaat met geld. Ik lig echter op de grond. Niet gevallen, maar plat van de gein.

Van nog bedriegelijker orde zijn zo mogelijk de astrologische adviezen die tegenwoordig in de uitverkoop lijken. “Als we dan toch dat uurtje zendtijd niet aan de straatstenen verkocht krijgen”, zo moeten de omroepen redeneren, “dan kieperen we gewoon de audiovisuele vuilnisbak leeg op het schem”. Een beetje zoals een kledingwinkel die een foeilelijke oranje jas met 95% korting verkoopt. De ene schlemiel die daar voor gaat, heeft ook echt geen geld voor iets anders. Zo voelt “AstroContact” tot in zijn diepste vezels aan. Een misbaksel van formaat dat niettemin een vergeefs baken van ultieme hoop is voor een enkeling. De redding voor 1 EUR per minuut, vele malen goedkoper dan het lidmaatschap van Scientology. Men boort tevens een brede markt aan: professionele tarotleggingen, numerologische adviezen, magnetiseringen… ik verzin die dingen niet zelf. Ik zou niet durven, maar deze beurzensnijders duidelijk wel.

Een huisvrouw belt in en vanaf dat moment gaat de klok lopen. De spirituele kwakzalfster van dienst zal in 2 minuten de patiënt van professioneel advies bedienen. Twee minuten omdat dat waarschijnlijk net de kosten dekt. De huisvrouw valt met de deur in huis: ze is depressief en wil graag weten wat de toekomst brengt. Ik roep nog net niet “meer depressie!” naar mijn tv-toestel. Ok, ook dat is feitelijk niet grappig. Depressies zijn niet om mee lachen, maar de verleiding is gewoon zo groot.

De zwendelaarster tast nog wat in het duister en informeert al ja-knikkend of het slachtoffer thuis zit. “Ik ben nog aan het werk”, ontkracht die de halve hypothese. Er wordt snel overheengewalst met nog wat andere voor de hand liggende vragen, zoals: “Je hebt niet veel zin om iets te doen, he?” Ik krijg ineens enorme jeuk. Dat is hetzelfde als aan een voetballer vragen of hij wel eens tegen een bal trapt. Nee wacht, onze nationale ploeg indachtig is dat een zeer slechte vergelijking. Hoedanook, u snapt de ontluisterend gemakkelijk doorprikbare zak lucht die hier verkocht wordt.

Ik weet het, leedvermaak is niet echt een deugd, het gaat altijd ten koste van één of andere sloeber en die mensen moeten tegen zichzelf beschermd worden. Maar wie beschermt mij tegen mezelf? In afwachting van een zich spontaan offrerende vrijwilliger, vertoef ik hier nog een poosje gniffelend in mijn zetel.