Terugkombal

Een collega dacht dat het een nieuwe sport was, terugkombal. Een bal die je wegslaat en die terugkaatst, of zoiets. Een accuratere omschrijving is echter “Dansavond met als doel wederzien”. Maar ook dit behoeft misschien enkele woorden van duiding. Elke zomer gaan Sandy en ik op Kinderkamp met valide en mindervalide kinderen. Bij wijze van jaarlijkse reünie, wordt in het najaar een bal georganiseerd waar begeleiding en kinderen op uitgenodigd zijn. Zo ook afgelopen weekend. Plastieken vlaggetjes en geïmproviseerde ballonnenslingers kleden de naakte bakstenen muren. In de veel te grote zaal staat helemaal vooraan de discobar te schitteren. Een halfwerkende dual-deck CD-speler krijgt ondersteuning van een computer met halfwerkende beeldkaart. Samen luisteren ze de avond op, geïntegreerd in het kader van de andersvaliditeit. Als de schijnwerpers aangaan en de eerste beats klinken, stort een gast zich op de dansvloer. Het bekende roze duracell-konijn verwordt tot een fletse haasachtige naast deze door spots gekleurde fanatiekeling. Voor de rest van de avond zal de jongen zijn stoel enkel nog opzoeken voor een occasioneel drankje. Met 2 begeleiding wakkeren we af en toe zijn vuur aan door mee te dansen. Ik sta aan de toog te oberen wanneer er een verstandelijk andersvalide jongen op mij toestapt. Tot enkele jaren terug nam hij deel aan Kinderkamp, maar vanaf zijn achttiende moest hij verplicht overstappen op een ander kamp. Hij komt wat bijkletsen, onder andere over zijn bijzondere interesses: horloges en spelconsoles. Toch vraagt hij me deze keer niet om mijn Casio te laten zien. Wel informeert hij of ik het Playstationspel “Tomp Rajder” ken. Ik geef te kennen dat ik Tomb Raider 1 wel eens gespeeld heb. Niet echt een statement om indruk mee te maken, want Lara Croft (het hoofdpersonage) zal binnenkort in Tomb Raider 8 haar opwachting maken. Hey, ik word ook oud! Een meisje in een rolstoel vervoegt ons. De jongen kijkt me beteuterd aan en fluistert in mijn oor: “waarom zit die in een rolstoel?” Gek dat hij dat vraagt, want doorheen de kampen zal het concept hem niet gespaard zijn gebleven. Ik gebied hem dat maar zelf te vragen. “omdat ik niet kan lopen”, is het eerlijke antwoord. Daar is geen speld tussen te krijgen. Ik moet denken aan hoe zielig veel mensen een mongooltje of een rolstoeler vinden. Medelijden met het feit dat die mensen niet ten volle zouden kunnen leven. Telkens als ik weer zo een verzuchting hoor, moet ik even op mijn tanden bijten. Ze zijn niet zielig. Als 1 mens zou kunnen vliegen, zijn alle andere mensen toch ook niet zielig? Om dezelfde redenen vroegen Sandy en ik bij de gynaecoloog geen bijkomende tests om mongolisme uit te sluiten. We zien het nauwelijks nog als een handicap en alleszins niet als een ernstige. Soms lijkt het alsof je een kamp met andersvaliden moet meegemaakt hebben, om het te beseffen.