Sterren op de dansvloer

Een spacewagon vertraagt en houdt halt voor het huis van de buren. Drie jongemannen springen uit de auto en tasten naarstig allerlei materiaal uit het voertuig. Ik herken onder andere een camera en een microfoon, maar daar houdt het met mijn lekenkennis op. Als het trio zich bepakt richting ons huis begeeft, snel ik alvast naar de voordeur. Dit is de verwachte productieploeg van Babyboom die ons vandaag een dagje zal volgen. Ze parkeerden de wagen alvast buiten het zicht van de geplande opnames. Ik gooi de deur open en begroet het olijke drietal dat zichzelf voorstelt als regisseur, cameraman en geluidstechnicus. Hoewel er 2 van Gent komen, is het hen nauwelijks aan te horen. Dat wil wel eens anders zijn met die mensen. Anderzijds vermoed ik een, door onszelf onwaarneembaar, zwaar Limburgs accent van onzentwege, alsook een onduidelijke articulatie. Kortom: dit zal ondertiteld worden. Vooral de regisseur ontpopt zich al snel tot iets wat men in minder gereserveerde kringen als ‘kwibus’ zou omschrijven. Op een onbewaakt moment zal zelfs het woord ADHD vallen. Onderhoudend is hij in ieder geval wel. Voor de eerste opnamen ben ik meteen overbodig. Sandy moet namelijk camerageniek zitten smachten naar haar man die elk moment thuis kan komen. Ik pak dan maar de auto en ga 500 m verder bij mijn ouders zitten wachten op een seintje. Dat is televisie. Een half uurtje later, na mijn blijde intrede, nemen Sandy en ik het geregisseerde besluit met Baloe te gaan wandelen. Aangezien er een flinke wind staat, worden onze draadloze microfoontjes voorzien van een soort ontplofte knuffelvliegen. Een betere omschrijving voor het beschermkapje kan ik helaas niet verzinnen. Terwijl we langs het kanaal struinen, blaast een windvlaag het pluche ding inmiddels voor de derde maal weg. Baloe neemt meteen poolshoogte van het vreemde object, tot zichtbare verschrikking van de geluidsjongen. En terecht, want een moment later is het hoesje herleid tot een nat, slijmerig zwart stukje stof. Ik neem snel mijn zakdoek en veeg excuserenderwijs het vocht weg, mij dan pas realiserend dat ook dat beeld de jongen niet meteen zal geruststellen. De zakdoek betrof in ieder geval geen vers gestreken exemplaar. Als plots mijn GSM rinkelt, besef ik ineens dat we door de hele filmtoestand de klok uit het oog verloren zijn. Het uurtje babysitten dat we aan mijn zus beloofd hadden, halen we niet meer. Dat heet dan de tol van de roem. Echte sterren zijn altijd te laat. De regisseur kijkt wat meewarig en veinst medeleven om te besluiten met: “Maar, dat komt wel in orde, toch?” De andere crewleden schieten in een lachkramp om zijn sociale gestuntel. De jongeman zal later nog onthullen dat hij vrijgezel is, en ik heb een vaag vermoeden dat ik daar passende verklaringen bij kan verzinnen. Terug thuis acht de ploeg het belangrijk wat beelden van alle Eeyore’s te schieten, omdat de aanwezigheid van al die knuffels en beeldjes nu eenmaal moeilijk te negeren valt. Zomaar wat beelden filmen is echter nooit een optie, dus verzint de regisseur dat Sandy de beeldjes afstoft. Ik werp op dat dat redelijk ongeloofwaardig gaat overkomen. Dat zou hetzelfde zijn als Michel Vandenbossche filmen terwijl hij een Big Mac bestelt. Een leuk idee, maar niet erg natuurlijk. Om maar even aan te geven dat Sandy zo ongeveer nooit de meer dan honderd beeldjes met de stofdoek bewerkt. Het eindresultaat is eigenlijk nog minder flatterend: Sandy pakt één voor één wat ornamenten van het rek om ze bijna fetisjistich te bewonderen en dan terug te plaatsen. Terwijl ik het tafereel gadesla, hoop ik stilletjes dat de eindregie wel raad weet met die beelden. Nuja, in het slechtste geval komt Sandy eruit als een mentaal instabiele vrouw die haar Eeyorefetisjisme koestert teneinde het gebrek aan affectie te compenseren. Pas echt hilarisch wordt het als de volgende vraag wordt ingezet: “Als je nu moest kiezen tussen de hond en de baby … “ De rest van de ploeg houdt het met moeite droog terwijl de regisseur de ineptheid van zijn vraag inziet. Er zullen mij overigens vast wel quotes ontlokt zijn die, buiten de context geplaatst, eenzelfde groteskheid tentoonspreiden. Immers, als het beeld of het geluid niet goed is, en je spontane gedachten weer eens opnieuw moet verwoorden, sneuvelt meestal als eerste de nuance. Tegen de avond is het tijd voor de apotheose: de dansles. Terwijl we de zaal binnenwandelen met de ploeg in ons kielzog, draaien als op commando alle hoofden onze richting uit. Ik onderdruk de neiging me te verontschuldigen voor de onverdiende aandacht. We wandelen vervolgens de zaal nogmaals binnen, want dat moet ook nog langs voren gefilmd worden. Sandy en ik nemen plaats op de dansvloer terwijl elke misstap zorgvuldig op magnetische tape wordt geregistreerd. Als een zonnestelsel wentelt de ploeg rond ons, de sterren, terwijl ze zich ternauwernood uit beeld rennen. Het heeft soms wat weg van een ronddraaiende slinger die met middelpuntvliedende kracht zichzelf nog net bij elkaar kan houden. Na een klein uur houden we het voor bekeken, de ene moegedanst, de ander moegefilmd. We zitten nog wat na te puffen als mijnheer pastoor - die schijnbaar een neus voor dit soort dingen heeft, want ik heb hem hier nog nooit gezien - voorzichtig komt melden dat er hier morgen een 65-jarig huwelijksfeest plaatsvindt. De cameraman kijkt een beetje beteuterd en knikt begrijpend. Ik denk echter niet dat hier morgen een filmploeg staat. Nog enkele malen zullen we op dezelfde manier gevolgd worden, om vanaf september op de buis te komen. In uw huiskamer beste kijker. Wie nog handtekeningen wilt, kan ze dus maar beter nu vragen, want die zullen behoorlijk in waarde stijgen.