Jeugdsentiment, het blijft weinigen bespaard. Vroeger was namelijk alles beter. Het was altijd gezellig, Sinterklaas was nog niet dood en de tekenfilms werden niet, zoals tegenwoordig zelfs het nochtans maatschappijkritische The Simpsons, in China of Japan gemaakt. Nils Holgersson bijvoorbeeld, een Zweeds kereltje dat op miraculeuze wijze zijn eigen miniatuuruitgave wordt en in die hoedanigheid samen met zijn hamster op een stel ganzen meereist. De naam alleen al: Nils Holgersson. Kijkcijferanalysten (ik doe er graag mijn virtueel gevoeg op, laat dat duidelijk zijn) zouden voor minder hele series van de buis houden, maar 25 jaar geleden kon zo’n Scandinavische titel niemand deren. De vraag was immers niet naar wélke zender je keek, maar óf je naar de zender keek. Reclame was overigens nog een vies woord en afstandsbedieningen waren iets voor Star Trek. Mijn kleinkinderen zullen later geboeid de verhalen over opa’s magere jaren aanhoren: “Wist je dat opa heel vroeger nog uit de zetel moest opstaan als hij wou zappen?”. Men schaamde zich er ook niet voor om gratuite rijmpjes te lanceren, als daar zijn:
Hoog in de lucht boven Zweden Over de huizen en over de zee Vliegen de ganzen naar Lapland Kruimel en Nils mogen mee
Volgens mij volstaat zulks tegenwoordig om op het derde leerjaar al een onvoldoende voor taalvaardigheid te krijgen. Om nog maar te zwijgen over de psycho-analyses die je bovenmatige fantasie in de kiem moeten smoren. Bij het terugzien of -horen van de intro’s van weleer, bekruipt me trouwens wel vaker het onbehaaglijke gevoel dat de makers niet vies waren van wat geestesverruimend materie. De verzinners van “Vrouwtje Theelepel” bijvoorbeeld. Die zaten blijkbaar aan hetzelfde spul als bovengenoemden, want de betreffende dame werd te pas en te onpas zo groot als haar gouden theelepel.
De lepel van goud (…) Daarmee tover ik Een glimlach op je wangen De gouden lepel schittert in mijn droom En iedere droom Moet je in een potje vangen De gouden lepel Roert alles daarin vrolijk rond
Ik wil het nu ook niet kapot gaan analyseren, maar het komt me voor als redelijk psychedelisch. En toch is het ooit ergens blijven kleven. Vraag aan mijn leeftijdsgenoten of ze Vrouwtje Theelepel nog kennen, en er volgt meestal een korte stilte, gevolgd door een gigantische Aha-erlebnis. Een luid “JAAAAaaa!” weekt hierop een boel herinneringen los, en je bent vertrokken voor een uurtje nostalgie. Het spreekt voor zich dat dit effect volledig afwezig is bij mensen van enkele jaren jonger of ouder. Halverwege het gesprek wordt dan de gal gespuwd over de kwalitatief inferieure animatiereeksen van tegenwoordig. De verhaallijnen laten te wensen over, de tekeningen zijn erg simpel en de merchandising is belangrijker dan de reeksen zelf. Nee, vroeger was alles beter. Toen hadden we de Japanners nog niet nodig voor wat bewegende tekeningen. Toch? Of niet… ? Want wat leert een weinig veldonderzoek ons. Het Japanse productiehuis Gakken is onmiskenbaar de producent van wat heet “Nils no Fushigi na Tabi”, in het Nederlands beter bekend als “Nils Holgersson”. Sterker nog: hoewel het boek waarop deze serie gebaseerd is, Zweedse schoolkinderen op een speelse manier aardrijkskunde aanbracht, kwam de reeks daar zelfs nooit op de buis. Dat geringel op de achtergrond zijn de scherven van mijn dromen. Soms kan je maar beter je eigen herinneringen harder koesteren dan de realiteit. Dan gaan ze minder snel kapot.