Sinds ons TV-optreden vorig jaar schijnt men ervan overtuigd te zijn dat ik elke week bloemen koop voor mijn vrouw. Bij de plaatselijke floraboer bevestigde ik namelijk schalks voor de camera dat ik er wekelijks inkopen ging doen. De tongue-in-cheek die ik hierbij hanteerde, viel blijkbaar niet iedereen op.
Desalniettemin komt het wel eens voor dat ik met een ruiker de bus op stap. Toen ik nog op regelmatige basis de tweewieler van stal haalde, fietste ik wel eens tien kilometer met zo’n bos in de hand. Handig is anders, maar het spaarde mij alleszins de de meewarige blikken van medepassagiers. Of het pijnlijk voorspelbare: “Oh, ik dacht dat ze voor mij waren.” En het had natuurlijk ook iets heroïsch, die 10 km met dat boeket.
De afgelopen weken heb ik genoeg slecht karma opgespaard om weer een bloemenactie te rechtvaardigen. In dat licht heb ik overigens nog een gratis tip te vergeven: val niet in slaap terwijl je vrouw iets aan het vertellen is; dat wordt niet bijster geapprecieerd en kan leiden tot beeld zonder klank.
Zoals reeds vermeld, bestijg ik dus de bus met een tros groen in de hand. Ik neem naar goede gewoonte helemaal achteraan plaats, terwijl hier en daar wat gemonkeld wordt. De goedmaakplant leg ik naast me.
Wat opgeschoten jeugd met een zwaar Genks accent strijkt neer in mijn buurt. Het is erg moeilijk ze te negeren terwijl ze luidkeels met hun iPod meezingen. De smeltkroes van talen verraadt Turkse en Marokkaanse roots.
Na enkele haltes stapt een jonge hinde op met donkere ogen en lang zwart haar. Als ze eveneens op de achterbank neerploft, verplettert ze ternauwernood mijn boeket. Discreet trek ik het gebloemte wat naar me toe. Ongeveer meteen raakt de deerne in gesprek met het allochtoon gezelschap, onder andere omdat niet in gesprek raken met de nogal nadrukkelijk aanwezige compagnie, quasi onmogelijk is.
De viriele kerel vlak voor mij vogelt in geen tijd uit dat zijn prooi Marokkaanse is, net als hijzelf. “Psst”, fluistert hij me toe, “mag ik je bloemen even lenen? Je krijgt ze zo terug.” Ik doe een flukse risico-analyse. Mijn boeket gaan zodadelijk naar die dame, maar zal ze gecharmeerd zijn en het houden, of slaat ze haar jager van zich af? Het zijn beiden geen prettige scenario’s. Omdat ik echter geen geloofwaardige argumenten kan opdiepen om mijn slechte wil te verhullen, reik ik de bos aan.
De jongedame neemt de geste niet echt in ontvangst, maar enkele minuten later worden er wel telefoonnummers uitgewisseld. Ziezo, ik heb mijn ruiker nog en mijn karma is weer wat opgekrikt. Nu het humeur van mijn vrouw nog.